Fetching (vingeloze wanten met kabels)
vertaald door Angelique den Brok
Deze vingerloze wanten geven bijna direct resultaat: koop je garen op vrijdag na je werk en zondagavond ben je de eigenaar van een paar stijlvolle handwarmers om je te behagen op maandagmorgen op weg naar je werk.
De kabels houden de wanten netjes om je polsen en over je knokkels en ze zijn ontworpen om je warm te houden en toch je vingers vrij te hebben voor het breien, het typen of om koffie te drinken op een terrasje. Als je nog nooit kabels hebt gebreid, is dit een mooi patroon om mee te beginnen. Het kabelpatroon is eenvoudig en als je eens een foutje maakt en een stukje uit moet halen, ben je zo weer bij
Alternatieven voor het garen:
Ieder garen met een stekenverhouding van 18 st=10 cm is in principe geschikt. Zoek garen dat lekker zacht is maar ook stevig. Wol, micsovezel, alpaca, etc. is het beste. Als je een paar maakt voor iemand met kleine handen kun je ook iets dunner garen kiezen of een erg elastisch garen gebruiken. Je hebt ongeveer 180 meter garen nodig voor een paar wanten.
Toelichtingen:
Sommige mensen vinden de duim een beetje lastig maar het is goed te doen als je het gewoon probeert.
De instructies zeggen:
Brei 7 st met een restje garen in een andere kleur, zet deze steken terug op de linkernaald en brei ze nogmaals met het hoofdgaren.
Door 7 steken met restgaren te breien, maak je ruimte om later de duim te breien. Neem dus garen is een contrasterende kleur (zodat je het later goed terug kan vinden) en brei daar 7 steken mee. Je laat het hoofdgaren gewoon hangen, breit met het hulpgaren, zet de 7 steken terug op de linkernaald en brei ze opnieuw met het hoofdgaren en breit normaal verder met het hoofdgaren (zie ‘Help’ voor foto’s).
Als je klaar bent met de want, verwijder je voorzichtig het hulpgaren en zet je de steken die nu los zijn op de naalden. Deze steken gebruik je om de duim te breien, samen met een paar steken die je extra opneemt aan de zijkanten waar je anders een open ruimte hebt.
Sommige mensen hebben moeite met het picot afkanten.
Deze afkanttechniek maakt een geschulpt randje met kleine puntjes boven iedere averechte steek.
Om deze puntjes te maken zet je een extra steek op en die kant je gelijk weer af. Voor uitgebreide instructies, zie foto’s bij Help. Omdat je extra steken opzet, kun je vrij vast afkanten (als je te losjes afkant, krijg je een rand die gaat omkrullen).
Als je de picot afkanting niet mooi vindt, kun je ook gewoon in boordsteek afkanten.
Het volledige patroon is gepubliceerd in Knitty Summer 2006
MAAT
één maat
MATEN IN CM
Polsomtrek: 18 cm (niet uitgerekt)
Lengte: 16 cm
MATERIAAL
Debbie Bliss Cashmerino Aran [55% Merinowol, 33% Microfibre, 12% Cashmere; Ongeveer 89m per bol van 50g]; Hier zijn gebruikt Olive 501 en Zwart 300; 1-2 bollen [veel breiers hadden genoeg aan 1 bol voor een paar, maar iedere breier heeft een andere hand. Koop er twee en als je de tweede bol niet nodig hebt, brei dan nog een paar]
1 set naalden zonder knop 4 mm
Een markeerdraadje of een veiligheidsspeld
Een kabelnaald of een extra naald zonder knop
Ongeveer 30 cm hulpdraad in een kleur die contrasteert met het hoofdgaren
Een maasnaald
STEKENVERHOUDING
21 st / 30 nld = 10 cm in tricotsteek
Nb:Het garen wordt met een kleinere naald gebreid dan aanbevolen zodat de wanten stevig worden.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
K4A: Zet de volgende 2 st op een kabelnaald en hou deze achter het werk; brei 2 st R, brei dan 2 st R van de kabelnaald.
K4V: Zet de volgende 2 st op een kabelnaald en hou deze voor het werk; brei 2 st R, brei 2 st R van de kabelnaald.
4×1 Boordsteek (Wordt gebreid over een veelvoud van 5 st):
Naald 1: [4 st R, 1 st Av] tot het einde.
Herhaal deze naald steeds.
PATROON
Linkerhand
Zet 45 st op. Verdeel ze over drie naalden, plaats er 15 op iedere naald. Brei in de rondte en pas op dat je de steken niet draait. Plaats na de eerste naald een markeerdraad of veiligheidsspeld om het begin van de naald aan te geven.
Brei 4 naalden in 4×1 Boordsteek.
Brei de Kabelnaald = [K4A, 1 st av] tot het einde.
Brei 5 naalden in 4×1 Boordsteek.
Brei de kabelnaald.
Herhaal deze laatste 6 naalden nog eenmaal.
Brei 18 naalden in 4×1 Boordsteek.
Volgende naald: Brei 7 st met het hulpgaren; zet deze st terug op de linkernaald en brei ze nogmaals met het hoofdgaren en brei verder in 4×1 Boordsteek tot het einde.
Brei 4 naalden in 4×1 Boordsteek.
Brei de Kabelnaald.
Brei 4 naalden in 4×1 Boordsteek.
Kant af op de picot manier:
Kant 5 st af, [zet st terug op de linkernaald; zet een nieuwe steek op met de kabelmethode, kant 6 st af] tot alle st zijn afgekant, zet st terug op de linkernaald; zet st op met de kabelmethode, kant de overgebleven st af. Werk het losse draadje weg.
Duim
Verwijder voorzichtig het hulpgaren en zet de steken die nu loskomen op twee naalden zonder knop; er staan 6 st op de bovenste en 7 st op de onderste naald. Gebruik een derde naald en neem twee steken op in de ruimte tussen de onderste en de bovenste steken, brei dan 3 st van de bovenste naald. Neem nog eennaald en brei de overgebleven 3 st van de bovenste naald en neem 2 steken op aan de andere zijkant. Er zijn nu 17 steken verdeeld over 3 naalden.
Brei 4 naalden recht en kant losjes af (dit zorg ervoor dat je de bloedcirculatie naar je duim niet afknijpt als je de wanten draagt!). Werk losse draadjes weg.
Rechterhand
Brei als de Linkerhand, BEHALVE de Kabelnaald; brei die als volgt:
Kabelnaald: [K4V, 1 st av] tot het einde.
Op deze manier wijzen de kabels op iedere hand richting de duim.
FINISHING
Span ze op en stoom ze in model als je dat wilt.
One Reply to “Fetching in Nederlands”